10 – 2015 (jrg. 69)

redactioneel

Tegenwicht aan terreur

In de laatste drie maanden van 2015 claimde Islamitische Staat verantwoordelijkheid voor de bomexplosie in de Russische Airbus gevolgd door aanslagen in Beiroet, Parijs en de Amerikaanse stad San Bernardino. Opnieuw bepaalde IS de politieke agenda’s zoals ook in 2016 de strijd tegen de terreurbeweging het nieuws voor een aanzienlijk deel zal domineren.

Vijf jaar na het begin van de Arabische Lente en ruim anderhalf jaar na de oprichting van het zelfverklaarde kalifaat is het laatste woord nog altijd niet gezegd over IS en daaruit voortvloeiende vraagstukken, zoals terreurdreiging in eigen land en daarbuiten, de “oorlog” tegen het “leger” van IS dan wel de rol van grootmachten in het conflict in Syrië en Irak en, niet te vergeten, de gevolgen van de chaos daar voor landen als Jemen en Libië. De noodzaak voor duiding rondom het jihadisme blijft bestaan en is de reden waarom de Internationale Spectator uitpakt met een dossier waarin het fenomeen vanuit verschillende invalshoeken uitvoerig wordt belicht.

Te beginnen met de gecoördineerde aanslagen van ’13/11’ in Parijs, waarna Brussel tien dagen lang het allerhoogste dreigingsniveau onderging. Vanuit de Belgische hoofdstad schrijft Thomas Renard van het Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen Egmont over de veranderende terreurstrategie van IS, de gevolgen voor het dreigingsniveau in Europa en de noodzaak van een goede contraterrorisme-strategie van België en andere Europese landen.

In Nederland kennen we net als in België officiële dreigingsniveaus. Dit niveau is sinds maart 2013 ‘substantieel’. Maar is dit label nog wel van toepassing op het huidige dreigingsniveau en hebben we überhaupt een systeem van dreigingsniveaus nodig? Jeanine de Roy van Zuijdewijn en Edwin Bakker gaan op deze discussie in met hun bijdrage over tien jaar Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN).

De ervaren dreiging wordt voor veel Nederlanders bepaald door terugkerende jihadist-landgenoten en die angst blijkt door de aanslagen in Parijs niet ongegrond. Hoewel er vaak over verschillende individuele ‘Syrië-gangers’ wordt gerapporteerd, worden er weinig academische analyses gemaakt. Reinier Bergema en Sander Koudijs proberen in deze leemte te voorzien door een studie naar de kenmerken van Nederlandse jihadisten.

De meerderheid van de Nederlandse jihadisten heeft volgens de AIVD een Marokkaanse achtergrond, maar door het sektarische conflict in Syrië en Irak worden moslims niet meer ‘geïdentificeerd’ met het land van herkomst of met de collectieve noemer ‘moslim’, maar steeds vaker met ‘soennieten’ of ‘sji’ieten’. Lisa Heintzbergen, Liesbeth van der Heide en Daan Weggemans analyseren de mogelijke implicaties van de huidige strijd in het Midden-Oosten op de verhoudingen tussen de soennitische en sji’itische moslimgemeenschap in Nederland.

De verhoudingen tussen Rusland en Turkije worden momenteel tevens bepaald door het conflict in Syrië, waarbij de vraag is wie eigenlijk voor en wie tegen IS is. Isa Yusibov schrijft over de consequenties van de diplomatieke crisis tussen Ankara en Moskou en hoe het conflict door het Kremlin wordt gebruikt.

De strijd in Syrië en Irak zelf wordt voor een deel gekenmerkt door gewelddadige aanslagen en de ‘vonnissen’ van de ‘berechtingen’ van westerlingen. Jorrit Steehouder beschrijft de centrale rol van geweld en vormen van recht in de zelflegitimering van IS. Hoe gebruikt IS zijn executies en aanslagen om het eigen bestaansrecht te onderbouwen?

Saoedi-Arabië was één van de eerste landen die zich bij de Verenigde Staten aansloten in de strijd tegen Islamitische Staat. Desondanks worden de Saoedi’s vaak beticht van medeplichtigheid aan de opkomst van IS. Volgens Jorn Vennekens is het echter onwaarschijnlijk dat de staat van Saoedi-Arabië steun bood aan de terreurbeweging die nu een bedreiging vormt voor het koninkrijk.

Islamitische Staat vormt tevens een bedreiging voor andere landen in de regio waaronder Libië: de Noord-Afrikaanse spil van IS. In een analyse van Floor El Kamouni-Janssen wordt duidelijk dat Libië in feite heeft te maken met een veelvoud aan sub-crises op het gebied van politiek, militair, criminaliteit en extremisme en dat al die problemen met elkaar zijn vervlochten. De belangen van de betrokken actoren lopen er dwars doorheen, hetgeen de realiteit van Libië uitermate complex maakt.

De burgeroorlog in Jemen lijkt eveneens een hopeloze situatie. Al-Qaeda in the Arabian Peninsula (AQAP) heeft als doel een Islamitisch kalifaat op te richten en maakt daartoe dankbaar gebruik van het machtsvacuüm dat in Jemen is ontstaan. Welke partijen zijn nog meer bij het conflict betrokken? Zijn er oplossingen? Nienke Vernhout heeft de antwoorden.

Ook Midden-Oosten-deskundige Ruud Hoff heeft antwoorden, maar dan op de vraag welke Nederlandstalige boeken over IS de moeite waard zijn. Hij bespreekt er maar liefst zeven. Veel van de besproken boeken voorzien in een grote behoefte aan informatie en geven met soms aanvechtbare stellingen voedsel aan het debat. Het laatste boek over IS moet echter nog geschreven worden.

De laatste editie van de Internationale Spectator is echter wel geschreven in de vorm van editie 9 die begin december verscheen. Deze digitale versies van het in 1947 opgerichte papieren tijdschrift zullen plaatsmaken voor regelmatig verschijnende dossiers zoals deze. We hopen daarom van harte dat dit jihadisme-dossier bevalt. Verder houden we u graag op de hoogte van de analyses en longreads die wekelijks op www.internationalespectator.nl zullen verschijnen.

De redactie wenst u bij dit alles veel leesplezier toe.

Blijf op de hoogte

Bezoek onze website, ook voor toegang tot ons uitgebreide archief: voor nog meer duiding en diepgang bij de internationale ontwikkelingen van vandaag en morgen. Volg de Internationale Spectator op Twitter, Facebook en LinkedIn of abonneer u op onze nieuwsbrief. Daarin zetten we recent verschenen artikelen op een rij, blikken wij vooruit op komende dossiers en brengen wij lezingen & debatten onder uw aandacht.

Coverfoto: U.S. Department of Defence