Internationale Spectator 9 – 2015 (jrg. 69) – Item 9 van 13

ARTIKEL

Een eeuwige Bond in een veranderlijke wereld

Thijs Voets

De nieuwe Bond-film Spectre heeft op de openingsdag het Nederlandse record van het hoogste aantal premièrebezoekers ooit gebroken. Voor de wereld is Bond in zijn 53 jaar dienst nooit veranderd. Echter, de wereld rond Bond heen verandert voortdurend.

Wat moet het leven van een geheim agent in dienst van Her Majesty’s Secret Service inspirerend zijn. James Bond reist de hele wereld over en ontdekt de mooiste plekken, met of zonder aantrekkelijke ‘Bond-girl’ aan zijn zijde. Of ’007’ daar nu toestemming van zijn superieuren voor krijgt, is een tweede zaak, maar hij komt er in ieder geval altijd mee weg.

In veel opzichten blijft Bond hetzelfde, maar de politieke en culturele achtergrond waarin hij opereert verandert voortdurend. Onlangs kwam Spectre uit, de 24e film in een reeks die meer dan een halve eeuw geleden, in 1962, begon.

Spectre begint, zoals zoveel Bond-films, op een exotische locatie. James Bond achtervolgt in Mexico-stad het spoor van een gevaarlijke terrorist, genaamd ‘Sciarra’. Sciarra bereidt een aanslag voor op een groot voetbalstadion. Deze dag is niet bepaald gunstig voor Bond: het is de Dia de los Muertos (‘Dag van de Doden’) en Bonds achtervolging zorgt voor chaos in de feestende miljoenenstad. De slechte publiciteit over deze chaotische gang van zaken leidt ertoe dat 007 door MI6 op non-actief wordt gesteld. Maar door de achtervolging is Bond wel op het spoor gekomen van een grotere organisatie achter Sciarra: het geheimzinnige ‘Spectre’.

Bond-acteur Daniel Craig bij de Verenigde Naties.

Bond-acteur Daniel Craig bij de Verenigde Naties. Source: Flickr.com / United Nations Photo

Koude Oorlog

Spectre (SPecial Executive for Counter-intelligence, Terrorism, Revenge, and Extortion), een terroristische organisatie, was ook de organisatie waarmee James Bond in zijn eerste films de strijd aanbond. Dr. No (1962) was op een bepaalde manier typerend voor de jaren ’60. Hoewel de wereldeconomie groeide als gevolg van de naoorlogse wederopbouw, was vliegen nog een luxeproduct. Bond neemt het vliegtuig naar Jamaica en blijft tijdens de gehele film op het eiland; geen gependel dus van de ene naar de andere exotische locatie.

In zijn onderzoek naar de plannen van de geheimzinnige dr. Julius No leert Bond dat de loyaliteit van zijn vijand niet bij het ‘westerse’ of ‘communistische’ blok ligt, maar dat hij als derde partij functioneert. Uit wraak voor het gebrek aan erkenning van zowel de Verenigde Staten als de Sovjetunie chanteert de Bond-villain beide partijen voor eigen gewin. Bond verslaat de schurk en de film eindigt met 007 samen met zijn nieuwste ‘verovering’ in een bootje, dobberend voor de Jamaicaanse kust.

In From Russia with Love (1963) reist Bond al wat meer dan in Dr. No van een jaar eerder. Hij vliegt eerst naar Istanboel, neemt vervolgens de trein, maakt een korte tussenstop in het Joegoslavische Zagreb en sluit uiteindelijk de missie af met een weekje Venetië, samen met de Russische Bond-girl Romanova. Bonds vijand blijft echter onveranderd. Hoewel het begin van de film de impressie schept dat de ‘vijanden’ Sovjet-agenten in Istanboel zijn, wordt snel duidelijk dat Spectre Londen en Moskou tegen elkaar uitspeelt om een nieuwe decodeermachine te stelen en aan één van de twee partijen terug te verkopen.

In de eerste Bond-films gebruikt de terroristische organisatie Spectre iedere keer weer een simpele chantagetruc: het dreigen met de vernietiging van een bepaalde reeks steden of de sabotage van dure ruimteprogramma’s. In de film On Her Majesty’s Secret Service (1969) is het doelwit al wat ‘geraffineerder’ geworden. De leider van de organisatie, Ernst Stavro Blofeld, probeert grootmachten te chanteren door overal in de wereld bacteriële oorlogvoering aan te wakkeren en te dreigen met het vergiftigen van de grootste landbouwgebieden op aarde. Ook laat de Bond-villain voor het eerst een ‘teken van zwakte’ zien. Blofeld eist niet alleen geld van de Britse regering, maar ook amnestie voor al zijn voorheen begaande misdaden, wat aangeeft dat ook een Bond-schurk uiteindelijk ‘kant wil kiezen’ in de gepolariseerde wereld van de Koude Oorlog.

Ondertussen maken de schurken het niet gemakkelijker voor Bond, die steeds vaker lange vluchten moet maken. Waar eerst missies zich beperkten tot een bepaald gebied (Jamaica, de Balkan, Portugal, enz.), moet Bond zich steeds vaker van het ene naar het andere werelddeel verplaatsen om de wereld te redden. Zo bezoekt 007 in Never Say Never Again (1983) drie werelddelen, pendelend tussen de Bahama’s, Frankrijk en Ethiopië.

Hoe dan ook is de Koude Oorlog duidelijk voelbaar. Wanneer Bond in From Russia with Love wordt opgehaald in Istanboel, merkt hij dat hun auto wordt achtervolgd. De chauffeur legt nonchalant uit dat het een stilzwijgende afspraak is tussen de Britten en de Russen: zij mogen ons volgen, wij mogen hen volgen. En hoewel Spectre de grootste vijand is, weet Bond soms ook de Sovjets een hak te zetten. Zo steelt 007 in dezelfde film een belangrijke decoderingsmachine van de Sovjets. In The Living Daylights (1987), uitgebracht tijdens de dooi van de Koude Oorlog, weet de Britse geheim agent op het einde van deze missie de Russen in de weg te zitten door samen te werken met de Moehadjin, die met Bonds hulp een legerbasis van de Sovjets veroveren. Ten slotte saboteert Bond in Goldeneye (1995) in het begin van de film een geheime nucleaire basis in Archangelsk.

De ‘jetset-Bond’ op een poster van Thunderball (1965)

De ‘jetset-Bond’ op een poster van Thunderball (1965). Source: Flickr.com / Tom Simpson

Unipolaire wereld

Met het verdwijnen van de Sovjetunie verdwijnt ook een vast schema in de Bond-films. Plots worden er nieuwe ‘rivalen’ voor Groot-Brittannië en zijn bondgenoten gevonden. Deze zijn China (Tomorrow Never Dies, 1997), het machtige zakenleven (The World is not Enough, 1999) en Noord-Korea (Die Another Day, 2002). Duidelijk wordt ook welke belangrijke rol (digitale) technologie is gaan spelen in de internationale politiek en economie. In The World is not Enough jaagt Bond achter een GPS-codeermachine, die de schurk wil gebruiken om een militaire confrontatie tussen Britse en Chinese oorlogsschepen te veroorzaken. In Die Another Day claimt de schurk nieuwe zonne-energietechnologie te willen gebruiken voor het nobele doel om landbouwproductie te bevorderen, maar het blijkt dat zijn uitvinding gebruikt zal worden om Noord-Korea het schiereiland te laten ‘herenigen’. 007 moet met de tijd meegaan als hij de bad guys wil blijven stoppen.

Met de komst van de nieuwe Bond Daniel Craig, die een minder ervaren en kwetsbaardere 007 neerzet, worden de verhaallijnen meer divers. De eerste twee tegenstanders van de ‘nieuwe 007’ (Casino Royale, 2006 en Quantum of Solace, 2008) zijn niet meer uit op het tegen elkaar uitspelen of chanteren van wereldmogendheden, maar willen vooral zelf rijk en machtig worden door het creëren van monopolies, of zelfs het winnen van pokertoernooien. Uiteraard zijn de schurken van mening dat de spelregels niet voor hen gelden: iets wat Bond moet tegenhouden.

De laatste twee Bond-villains in Skyfall (2012) en Spectre hebben weer een ander motief. Raoul Silva en – opnieuw - Ernst Stavro Blofeld zijn niet bijzonder geïnteresseerd in persoonlijk gewin of macht: wat hen voor ogen staat, is wraak op MI6 en Bond zelf. Het vergaren van macht is slechts een welkome bijkomstigheid. Wat ook opvalt is dat, waar technologie opnieuw een ondergeschikte rol leek te spelen in Casino Royale en Quantum of Solace, dit thema weer volop terug is in de twee meest recente films.

Zo gaat Bond in Skyfall de strijd aan met cyberterroristen, die niet alleen het systeem van MI6 weten te hacken, maar ook een aanslag plegen op het hoofdkantoor van de geheime dienst. Door het feit dat terrorisme het internet heeft ontdekt en in de tegenaanval gaat, wordt binnen MI6 getwijfeld aan de ‘oude aanpak’ van snelle auto’s en wapengekletter. Deze twijfel wordt versterkt doordat Bond conditioneel niet in de beste staat verkeert. In Skyfall bewijst Bond – gelukkig – dat je als ‘traditionele’ geheime dienst nog best ver komt wat het redden van de wereld betreft – zolang je openingszinnen maar charmant zijn en je pistool geladen is.

Bond-villain Raoul Silva

Bond-villain Raoul Silva. Source: James Bond Wikia

Wat maakt Spectre anders?

Toch weten Bonds eerdere successen in de jaren ’10 van de 21ste eeuw niet iedereen voor zich te winnen. Spectre begint, zoals hierboven beschreven, met een illegale missie in Mexico-stad, waarvan de (succesvolle) afloop niet iedereen overtuigt. De kritiek over Bonds optreden wordt gebruikt door ‘C’, het hoofd van de recente fusie van MI5 en MI6. C wil het ’00-programma’, waartoe 007 behoort, sluiten. Wat heb je immers nog aan een brokken-makende geheim agent als je veel efficiënter terroristen online kunt opjagen en met drones kunt uitschakelen?

Om de monitor-efficiëntie van eventuele terroristische bedreigingen te verbeteren, promoot ‘C’ Britse deelname aan het ‘Nine Eyes’-programma. Dit wereldwijde surveillanceprogramma in wording dient voor het opzetten van een systeem waarin de geheime diensten van negen grote landen efficiënter inlichtingen kunnen delen, om zo terrorisme effectiever te bestrijden. Nog niet alle ‘Nine Eyes’-deelnemers zijn overtuigd van de heilzaamheid van het programma: zo stemt de Zuid-Afrikaanse delegatie nog tegen. Wanneer niet veel later een terroristische aanslag wordt gepleegd in Kaapstad, stemmen de Zuid-Afrikanen alsnog in met het ter tafel liggende voorstel en wordt het programma ingevoerd. Niet geheel verrassend zit Spectre achter dit programma, en speelt ‘C’ onder één hoedje met Blofeld om zo de hele wereld te kunnen monitoren. Voor het eerst probeert de schurk juist staten te verenigen om zelf meer macht te verwerven, in plaats van ze tegen elkaar uit te spelen. Hier komt Bond achter, en het is dus aan hem om Spectre te stoppen.

De ontwikkelingen in Spectre staan niet ver van de werkelijkheid. Zo is het Five Eyes-programma: een inlichtingenalliantie tussen de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland al sinds de jaren ’40 van de vorige eeuw actief. Een actueel voorbeeld voor het ontstaan van dergelijke programma’s is niet moeilijk te vinden: enkele weken na de release van Spectre vonden (13 november 2015) de aanslagen in Parijs plaats. Naar aanleiding van de aanslagen verkondigden verscheidene westerse en Aziatische leiders dat intensievere samenwerking in het delen van inlichtingen noodzakelijk is om terrorisme te voorkomen.[1]

Daarnaast is het thema van een ‘verouderde inlichtingendienst’ niet uit de lucht komen vallen: in januari 2015 claimde de oud-directeur-generaal van MI5, John Evans, dat het Britse vermogen om terroristische aanslagen te voorkomen, gehinderd werd door verouderde wetten. Om met de tijd mee te gaan, zijn volgens Evans nieuwe anti-terrorismewetten nodig die het mogelijk maken potentiële bedreigingen te kunnen monitoren.[2] Net als in Spectre kunnen dergelijke nieuwe wetten een potentiële bedreiging voor ieders privacy vormen.

MI6 wordt gehackt in de film Skyfall. Source: Youtube.com

Wat is er veranderd?

De winnende formule van Bond (snelle auto’s, op-maat-gemaakte pakken, gevatte openingszinnen en een hoop “geschudde en vooral niet geroerde” martini’s [3]) verandert nooit. Ook zet 007 zich altijd uitsluitend in voor het goede: het tegengaan van gewapende conflicten, terrorisme en wereld-dominantie van één of ander kwaadaardig genie. Toch is er een verandering waar te nemen in de achtergrond. Ten tijde van de Koude Oorlog staat Bond duidelijk aan de kant van het Westen, terwijl de Sovjets herhaaldelijk als de aanvankelijke bad guys worden neergezet. Met het einde van de ‘bipolaire wereld’ van de Koude Oorlog verandert de ‘rivaal’ van Groot-Brittannië met iedere nieuwe film, zoals China, Noord-Korea of cyberterrorisme.

Ook de superschurken veranderen. Waar MI6 in het begin vooral bescherming biedt tegen grote externe organisaties die naar werelddominantie streven (de Sovjetunie, internationale terroristische netwerken), wordt in de laatste films juist de suggestie gewekt dat de dreiging van de Britse overheid zelf komt. Zo is Raoul Silva (Skyfall) een oud MI6-medewerker en weet Blofeld in Spectre door middel van het hoofd van MI5/MI6 de regeringen van de wereld te manipuleren. In een steeds verder globaliserende en digitaliserende wereld verwatert de scheidslijn tussen binnenlandse zaken (MI5) en buitenlandse zaken (MI6).

Daarnaast krijgen de motieven van de Bond-villains steeds vaker een persoonlijk/activistisch tintje. Eerdere schurken willen ‘simpelweg’ de wereld regeren. Latere schurken willen wraak nemen, Korea herenigen of slechts een ‘bescheiden’ positie innemen in de wereldorde (zoals een watermonopolie in Bolivia vergaren). Wellicht is het feit dat 007 zich met minder dreigende schurken bezighoudt, een teken dat de wereld – in het algemeen – veiliger wordt.

De sfeer rondom MI6 en Bonds womaniser-imago verandert ook. In de eerste films zijn Bonds superieuren voornamelijk een verzameling pijp-rokende oude blanke mannen in pakken, die hun werkdagen vullen met het lezen van papieren dossiers in comfortabele fauteuils. 53 jaar later is de top van MI6 een stuk diverser; men gebruikt allemaal een laptop en niemand durft het bedrijfsbeleid tegen roken op kantoor te schenden. Ook de Bond-girls zijn intelligenter en minder aanhankelijk geworden. Door de decennia heen trekken ze steeds meer hun eigen plan in plaats van naar Bond te luisteren en om de paar minuten “oh James” te zwijmelen.

Ten slotte wordt de rol van technologie ook voor James Bond steeds belangrijker. In Bonds eerdere missies zijn het gebruikelijke pistool en een paar handige snufjes van Q genoeg om de grote wapeninstallaties van de schurk te saboteren en diens plannen te stoppen. De nieuwe technologie van de latere Bond-villains is niet zomaar op te blazen: het wordt steeds duidelijker dat Bond en MI6 meer op het internet moeten surfen als ze Groot-Brittannië en co veilig willen houden.

Hoe dan ook, Groot-Brittannië kan rustig blijven slapen, want 007 weet hoe dan ook de wereld te redden. Wie de vijand ook is: Bond vindt een manier, online dan wel offline.

Noten

Uitzondering op de regel is Casino Royale (2006), wanneer Bond nors de vraag van de barman beantwoord met: “I don’t give a damn.”