Internationale Spectator 1 – 2015 (jrg. 69) – Item 3 van 17

artikel

Geopolitieke gevaren en kansen anno 2015

David Criekemans

Wat toont een tour d’horizon van de geopolitieke gevaren en kansen in de wereldpolitiek in 2015 ons zoal? Dat is het volgende: groeiende politieke spanningen tussen West en Oost; Azië als centrum van de wereldeconomie, met China als nieuwe economische koploper; een verder imploderend Midden-Oosten; en op klimaatgebied belangrijke onderhandelingen en maatregelen, maar vooralsnog te weinig om de opwarming van de aarde tegen te houden.

Vijfentwintig jaar na de val van de Berlijnse Muur lijkt de internationale politiek in een nieuw hoofdstuk te zijn aanbeland. Na het geslachtsloze ‘post-Koude Oorlogstijdperk’ is een mondiale geopolitieke herschikking in de maak. In de jaren negentig van de vorige eeuw leek het alsof de liberale democratie gewonnen had. Meer samenwerking tussen Oost en West alsook tussen Noord en Zuid waren het gevolg. Men sprak volop over het oogsten van de ‘vredesdividenden’ na meerdere decennia Koude Oorlog.

Vandaag biedt de internationale politiek een geheel andere aanblik. Het wereldsysteem wordt gekenmerkt door toenemende geostrategische, geo-economische en geopolitieke rivaliteit. Sommige auteurs gewagen hierbij van een terugkeer van de Geopolitiek.[1] De waarheid is echter dat Geopolitiek nooit is weggeweest, ook niet in de jaren negentig.[2] Toen kon de westerse invloedssfeer zich zonder al teveel tegenstand verder ontwikkelen, in het bijzonder in de post-Sovjetruimte. Vandaag wordt de verdere opmars van de NAVO in vraag gesteld door een zelfbewuster Rusland. Oekraïne, dat letterlijk grensland betekent, zit daarbij vast tussen twee geopolitieke invloedssferen.

Maar niet alleen de Oost-West-betrekkingen lijken in rivaliteit gehuld, ook in Azië komt wedijver vaker op de agenda. China tracht verder te werken aan zijn ‘vreedzame opkomst’. Tegelijkertijd manifesteert het land zich steeds nadrukkelijker in de eigen regio. In de Zuid-Chinese Zee claimt Beijing meerdere eilanden die rijk zijn aan olie- en gasvoorraden. In dit kader spreekt de Amerikaanse geopoliticoloog Robert D. Kaplan over de “weerwraak van de geografie”. Daar waar territorialiteit in de jaren negentig niet meer belangrijk leek in een zich mondialiserende wereld, zijn het vandaag de fysisch- en menselijk-geografische factoren, alsook de ruimtelijke variabelen die opnieuw het ritme van de internationaalpolitieke ontwikkelingen lijken aan te geven.[3] Laten we daarom een bondige tour d’horizon maken van de geopolitieke gevaren en kansen in de wereldpolitiek in 2015.

Oost-West-betrekkingen onder zware spanning

De afgelopen jaren werden gekenmerkt door steeds meer spanning tussen West en Oost in de internationale betrekkingen. De Russische federatie voelt zich in het nauw gedreven door de uitbreiding van de NAVO en de Europese Unie. De kortstondige oorlog in Georgië in 2008 was daar het gevolg van. De huidige spanningen omtrent Oekraïne kunnen in hetzelfde perspectief worden gezien.

Moskou herinnert eraan dat de toenmalige Amerikaanse minister van buitenlandse zaken James A. Baker III in 1990 aan president Gorbatsjov beloofd had de NAVO niet verder uit te breiden, in ruil voor de eenmaking van Duitsland. Het tegendeel is gebeurd. Dat voedde in Moskou de claustrofobische vrees voor een westerse omsingeling, in vele opzichten vergelijkbaar aan de sfeer die in Weimar-Duitsland heerste tussen de twee wereldoorlogen.

Ten tweede wilde Moskou zich integreren in de mondiale economische ruimte, via haar lidmaatschap van de WTO. De Verenigde Staten en de Europese Unie hebben evenwel de intentie geuit een Transatlantische Vrijhandelszone op te richten. Vanuit geo-economisch oogpunt heeft Moskou daarop willen antwoorden met de creatie van een eigen Euraziatische Economische Unie, een douane-unie van vroegere GOS-landen.

Oekraïne was een centraal schaakstuk in dat spel, een project van Poetin dat nu grotendeels in duigen ligt. Bovendien wordt de Europese en Amerikaanse sanctiepolitiek in Moskou thans als een vorm van economische oorlogvoering beschouwd. Men wil blijkbaar de ruggengraat van de Russische federatie breken, althans zo lezen de hardliners in het Kremlin dat.

Geopolitiek gezien streeft Moskou naar een meer multipolaire wereld. In dat kader paste meer samenwerking met de EU. De Europese pool lijkt met de Amerikaanse te versmelten, waardoor alleen de Aziatische optie overblijft, samen met het platform van de BRIC-landen. De recente implosie van de olieprijs leidt ertoe dat Rusland in zwaar financieel weer terecht komt. De combinatie van de westerse sanctiepolitiek met de vermindering van inkomsten uit olie en gas zorgen voor ‘een perfecte storm’. Eind december kondigde Beijing aan bereid te zijn tot een zogenaamde valuta-swap met Rusland voor 150 miljard yuan (20 miljard euro). Op die wijze werd aan de markten aangegeven dat de capaciteit om de roebel te ondersteunen groter is dan verhoopt. Eerder in mei 2014 sloten China en Rusland ook al een historische gasdeal af. Verwacht wordt dat de twee Euraziatische grootmachten steeds nauwer zullen gaan samenwerken, al dreigt Rusland wel de ‘junior-partner’ te worden in dit verhaal.

2015 wordt een belangrijk jaar in de Oost-West-betrekkingen. Of de nieuwe Euraziatische Unie tussen Rusland, Wit-Rusland, Kazachstan, Armenië en Kirgizië levensvatbaar is, dat is de grote vraag. In de praktijk blijkt dat zowel Wit-Rusland als Kazachstan in stilte vreest voor een mogelijk Oekraïens scenario van politieke inmenging. In Oost-Oekraïne zelf blijft de impasse tussen Kiev en Moskou bestaan. De facto zijn beide landsdelen van elkaar gescheiden. De kans is groot dat dit zal uitmonden in een nieuw ‘bevrozen conflict’. Binnen de Europese Unie blijven de meningen verdeeld over hoe het verder moet in de relaties met Rusland.

De Chinese president Xi Jinping in gesprek met zijn Amerikaanse  ambtgenoot Obama in Den Haag tijdens de NSS, maart 2014. China heeft de Verenigde Staten. inmiddels van de troon gestoten als koploper van de wereldeconomie.

De Chinese president Xi Jinping in gesprek met zijn Amerikaanse ambtgenoot Obama in Den Haag tijdens de NSS, maart 2014. China heeft de Verenigde Staten. inmiddels van de troon gestoten als koploper van de wereldeconomie. Foto: Flickr.com, US Embassy The Hague.

Azië als centrum van de wereldeconomie

Het afgelopen jaar was op geo-economisch vlak historisch te noemen. Voortaan is de Chinese economie de grootste ter wereld (17,6 triljard dollar), voor de Verenigde Staten (17,4 triljard dollar). Ook in termen van reële koopkracht leidt China, met 16,5% van de mondiale economie, tegen 16,3% voor de Verenigde Staten. Hoewel de Chinese groei is afgeremd, zal deze de komende jaren toch structureel hoger zijn dan de Amerikaanse en hoger vergeleken met de Europese stagnatie. Tegelijkertijd heeft China een belangrijk handelsoverschot en leent het geld aan andere landen in de wereld. 2015 wordt het jaar waarin deze krachten zich verder zullen ontwikkelen.

De vraag is echter of China in staat zal blijven om aan zijn doctrine van ‘vreedzame opkomst’ verdere invulling te geven. De Zuid-Chinese Zee was het afgelopen jaar het toneel van stijgende spanningen. Beijing beschouwt het als onderdeel van haar maritiem territorium en wil dit olie- en gasrijk gebied zelf beheren, ten nadele van landen als de Filipijnen en Vietnam. Tegelijkertijd manifesteert de Verenigde Staten zich steeds meer militair in deze regio. Ook met Japan namen de spanningen toe. China investeert steeds nadrukkelijker in een eigen militaire vloot, maar hanteert ook soft power-instrumenten om zijn diplomatieke en culturele invloed in deze omvangrijke regio uit te breiden.

Het imploderende Midden-Oosten

De sji’itische alawieten van Assad zullen een door soennieten gedomineerd Syrië nooit aanvaarden, want zij vrezen door hen uitgemoord te worden

Het Midden-Oosten was het afgelopen jaar opnieuw het toneel van grote instabiliteit. De verdere desintegratie van Libië, het herstel van het militair regime in Egypte, de uitdijende burgeroorlog in Syrië, de opkomst van de Islamitische Staat in Syrië en Irak – de lijst is lang. Er is behoefte aan een multidimensionale strategie voor de regio. Ten eerste de politieke dimensie. Als het Westen in Irak pleit voor een inclusieve strategie, waarbij soennieten, sji’ieten en Koerden één politieke toekomst hebben, dan dient dit ook voor Syrië het geval te zijn. De sji’itische alawieten van Assad zullen een door soennieten gedomineerd Syrië nooit aanvaarden, want zij vrezen – zoals in het verleden – door hen uitgemoord te worden. Komen tot een politieke nationale verzoening in zowel Syrië als Irak is de enige mogelijke weg om blijvende stabiliteit tot stand te brengen.

Naast deze politieke dimensie dient er een doordacht economisch plan voor wederopbouw van de Levant (Syrië en Irak) in het vooruitzicht te worden gesteld. De kans is groot dat het Westen dat opnieuw vergeet in het heetst van de strijd. Zonder enig toekomstperspectief zal de huidige militaire campagne haar doelen missen. IS of een andere splintergroep zal dan de ontstane chaos als voedingsbodem gebruiken, en zo de strijd misschien wel verder mondialiseren. De strategie die in 2015 gekozen wordt, zal een bepalende invloed hebben op de vrede en veiligheid in de regio. Het is te hopen dat hierover in 2015 een debat ten gronde gevoerd kan worden, ook bij ons.

Milieu en energie

Een laatste geopolitiek dossier voor 2015 dat kort in perspectief geplaatst moet worden, zijn de klimaatonderhandelingen die moeten leiden tot het nieuwe ‘Verdrag van Parijs’. Het afgelopen jaar besloot de EU reeds haar CO2-uitstoot tegen 2030 met 40% te verminderen. Ook China en de Verenigde Staten sloten akkoorden. Beijing wil de groei van haar uitstoot tegen 2030 stoppen; Washington belooft de uitstoot tegen 2025 met 28% te verminderen.

Dit zijn allemaal belangrijke tussenstappen, al is het nog te weinig om de opwarming van de aarde tegen te houden. De recent ingestorte olieprijzen hebben daarbij weer nieuwe, onverwachte consequenties. Het indirecte gevolg ervan is dat hernieuwbare vormen van energie opnieuw niet langer concurrerend zijn. De vraag is dan of het onderliggende energieregime dat de planeet aanstuurt niet moet worden aangepast. Dat zou kunnen door tot een akkoord te komen om subsidies voor fossiele brandstoffen uit te faseren en te verschuiven naar hernieuwbare vormen van energie. Tegelijkertijd zou er een belasting op CO2 moeten komen. In plaats van een bedreiging voor toekomstige economische groei vormt dit juist een stimulans voor nieuwe, meer duurzame én gelijkmatige ontwikkeling.

Zal 2015 het jaar worden waarin de internationaal-politieke geesten openstaan voor nieuwe ideeën? Laten we het hopen, hier liggen alvast nieuwe kansen – voor vele landen.

Noten

W.R. Mead, ‘The Return of Geopolitics. The Revenge of the Revisionist Powers’, Foreign Affairs, Vol. 93, Issue 3 (May/June 2014), pp. 69-79.
D. Criekemans, ‘Geopolitiek: terug van nooit weggeweest’, Beleid en Maatschappij, jrg. 41, nr. 4, pp. 326-328.
D. Criekemans, ‘De wereldkaart als kompas voor de internationale politiek’, Internationale Spectator, jrg. 67, nr. 7/8, 2013, pp. 76-77.