Internationale Spectator 4 – 2015 (jrg. 69) – Item 12 van 20

opinie

Iran: wel of geen akkoord?

Iric van Doorn

In tegenstelling tot de kernmogendheden Israël, India, Pakistan en Noord-Korea, is Iran lid van het Internationaal Atoom Energie Agentschap (IAEA) en ondertekenaar van het Non Proliferatie Verdrag (NPV). Dit laatste houdt in dat Iran zich vrijwillig heeft onderworpen aan een verdrag dat het land het recht geeft kernenergie voor vreedzame toepassingen op te wekken, inclusief het verrijken van uranium en het daarvoor benodigde onderzoek; het mag echter geen kernwapens ontwikkelen.

Volgens IAEA-deskundigen zijn er meer dan 40 landen in de wereld die op basis van hun nucleaire brandstofcyclus in staat zijn kernwapens te ontwikkelen (waaronder Nederland). Het IAEA stelt dat Iran mogelijk tot 2003 aan de ontwikkeling van een kernwapen kan hebben gewerkt, maar thans is de mening van zowel het IAEA als van huidige en voormalige chefs van de veiligheidsdiensten van de Verenigde Staten en Israël, dat Iran niet aan de ontwikkeling van een kernwapen werkt.

Het huidige voorlopig akkoord is dus niets anders dan een bevestiging van Irans verplichtingen en rechten voortvloeiend uit het NPV en het aanvullend (inspectie)protocol. Iran vermindert het aantal centrifuges tot ruim 5.000, het zal geen plutonium kunnen produceren voor gebruik in kernwapens, het staat verrijking tot 3,67% toe en het regelt inspecties door het IAEA.

Als dit uiteindelijk wordt overeengekomen en nageleefd, kan Iran de komende 10 tot 15 jaar geen kernwapen ontwikkelen, maar wél zijn programma voor vreedzame toepassingen verwezenlijken. Volgens het NPV heeft het zelfs recht op assistentie van de NPV-kernmogendheden bij de ontwikkeling van de vreedzame toepassing van kernenergie. Als onderdeel van een mogelijk akkoord zullen de sancties tegen Iran worden opgeheven. Partijen verschillen thans nog van mening over de modaliteiten van de afbouw van sancties.

IAEA-vergadering

IAEA-vergadering in 2011. Foto: IAEA

Een goed akkoord?

De vraag is: is dit een goed akkoord? Eigenlijk is het een volstrekt overbodig akkoord. Toch is het van groot belang als diplomatiek middel tot toenadering en normalisering van de betrekkingen met Iran. Volgens het NPV en de bijbehorende protocollen mag er geen ontwikkeling van kernwapens plaatsvinden, kan dit door inspecties worden geverifieerd en heeft Iran recht op een vreedzaam nucleair ontwikkelingsprogramma en zelfs op technische steun van kernmogendheden.

Voor het geval men Iran niet (helemaal) vertrouwt, biedt het akkoord door de beperkende voorwaarden wel extra zekerheid en bespaart het gezichtsverlies bij de westerse onderhandelingspartners bij het opheffen van de sancties. Een merkwaardige situatie ontstaat wanneer de P5+1 en Iran een akkoord sluiten en de Verenigde Staten na de verkiezingen dit alsnog verwerpen. Laten de P5+1 zich dan weer op sleeptouw nemen door de Amerikanen of kunnen we dan van P4+1 verwachten dat die hún sanctiebeleid toch zullen afbouwen.

Het laatste is te hopen want Atlantische solidariteit is mooi, maar dan moet die wel tot positieve daden leiden. Een belangrijke consequentie van het akkoord en het opheffen van sancties zou zijn dat het weer openstellen van Iran voor handel, cultuur, onderwijs en andere vormen van internationale samenwerking, de democratische krachten in Iran zal versterken. Momenteel is er een kleine machtige elite die groot voordeel heeft bij handelsactiviteiten ten gevolge van de sancties. Deze hardliners hebben ook politieke invloed. Die invloed zal verminderen bij openstelling van Iran.

…en als er geen akkoord komt?

Een andere vraag is: wat is de situatie als er geen akkoord komt? Iran kan dan uit het NPV stappen en doen wat het wil, zoals Noord-Korea in 2003 heeft gedaan. Is Iran met één of enkele kernwapens dan een groot risico? Sinds 1945 is de ervaring dat het bezit van een bescheiden nucleair arsenaal de defensieve positie van een land zal versterken, maar absoluut geen basis vormt voor het uitvoeren van agressieve plannen. De ayatollahs zijn niet dom en uitstekende strategen, en van suïcidale neigingen is niets bekend.

Maar als er geen akkoord komt, zullen Israël en de anti-Iran-krachten in de Verenigde Staten de hetze tegen Iran voortzetten, of Iran nu wel of niet actief kernwapens ontwikkelt. Zowel de Verenigde Staten als Israël hebben politiek baat bij het afschilderen van Iran als het absolute kwaad. Het is voor beide landen een rechtvaardiging voor het hebben van zeer dubieuze bondgenoten in het Midden-Oosten en voor een desastreuze Midden-Oosten-politiek. Hierdoor blijft de kans op militaire actie tegen Iran aanwezig, hoe rampzalig de consequenties hiervan voor alle partijen ook mogen zijn. Sancties zullen eerder toenemen dan afnemen. Iran zal zich nog verder richten op China, India en Rusland en de polarisatie in het Midden-Oosten zal verder toenemen.

Vanuit Europees belang gezien moet dat akkoord er dus komen. Het lijkt een redelijk akkoord te kunnen worden, dat de extra zekerheid biedt dat Iran meer dan 10 jaar geen pogingen zal doen een kernwapen te ontwikkelen en het kan leiden tot vermindering van spanningen in het Midden-Oosten.

Iran voor het Westen het grote kwaad: waarom?

En dan nu de vraag waarom Iran al decennia lang door het Westen wordt gekneveld en vernederd en als het grote kwaad wordt afgeschilderd.

Enige voorgeschiedenis vanuit Iraanse optiek

Interessant is dat Iran sinds de dynastie Kadjar (1796) geen expansieve oorlogen heeft gevoerd. Het profileert zich als niet-Arabisch land, als een tolerant en ontwikkeld land met een rijke culturele historie. Het is een voornamelijk sji’itisch land, beïnvloed door het oudere Zoroastrisme, en er is enige ruimte voor andere stromingen en godsdiensten.

Iran is in de historie vele malen bezet of onderdeel geweest van grotere rijken, maar behield de eigen identiteit. Sinds de 19de eeuw hebben de Russen en de Britten er de dienst uitgemaakt, en na de Tweede Wereldoorlog hebben de Amerikanen en Britten de nationalistische regering onder Mosaddeq in 1953 verwijderd en de sjah op de pauwentroon gezet, gesteund door de door de CIA opgezette Savak. Daarmee was de westerse controle over de Iraanse olievoorraden weer verzekerd.

Dit leidde in 1979, tot stomme verbazing van westerse mogendheden, tot een revolutie en verkiezingen die resulteerden in afschaffing van de monarchie en keuze voor een Islamitische republiek. Tot op heden hebben de ayatollahs het voor het zeggen, gesteund door de Revolutionaire Garde, met hun aanzienlijke economische belangen. De langdurige bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran verslechterde de verstandhouding nog meer; sinds 1980 hebben de Verenigde Staten geen ambassade meer in Iran, waardoor de communicatie tussen Teheran en Washington zeer werd bemoeilijkt.

Oorlog met Irak

In feite was er sprake van een koude oorlog. In 1980 begon Irak, met hulp van Washington, een desastreuze veroveringsoorlog die naar schatting (The Guardian) één miljoen Iraanse doden heeft gekost en die tot 1988 heeft geduurd. Irak heeft met Amerikaanse steun strijdgassen gebruikt tegen Iran. Iran heeft dit niet beantwoord, op basis van een fatwa van ayatollah Khomeini tegen massavernietigingswapens, zoals strijdgassen en kernwapens.

In 1983 nam de regering-Reagan, in strijd met het NPV, maatregelen om het nucleaire programma van Iran te boycotten en te verhinderen. De consequentie was dat Iran de technologie en hardware voor vreedzame toepassing van nucleaire energie en conservering van zijn oliereserves elders ging zoeken. Sindsdien is de internationale gemeenschap voortdurend misleid over Irans intenties; verkeerde conclusies over de interpretatie van onderschepte Iraanse telexen, een “gevonden” laptop en documenten met essentiële en wellicht gefabriceerde informatie over het Iraanse programma, onder andere aangeleverd door Mujahidin-E-Khalq (MEK), in samenwerking met Israël en de Verenigde Staten.

‘Geïnstitutionaliseerde vijandigheid’

De in hoog aanzien staande toenmalige directeur-generaal van het IAEA, Mohammed El Baradei, beschrijft op overtuigende wijze deze aanhoudende misinformatiecampagne in zijn memoires The Age of Deception uit 2011. Ook Trita Parsi legt in A Single Roll of the Dice (2012) uit hoe “geïnstitutionaliseerde vijandigheid” in de Obama-periode toenadering tot Iran in de weg stond en staat.

Los van diplomatieke en politieke acties tegen Iran, schoot de USS Vincennes in 1988 in Irans nationale wateren Iran Air-vlucht 655, met 274 passagiers, uit de lucht. Ook als we dit incident als een verwijtbare vergissing onder stressvolle omstandigheden zien, blijft het een langdurige bron van haat en verwijdering. Uiteindelijk erkenden de Verenigde Staten spijt en compenseerden de nabestaanden met $ 213.000 per passagier. Captain Will Rogers III, gezagvoerder van de USS Vincennes destijds, werd desondanks later gedecoreerd en ging als held met pensioen.

In de ‘As van het kwaad’ van Bush

Na 9/11 is er korte tijd geheim overleg geweest tussen Washington en Teheran over de gezamenlijke bestrijding van al-Qaida en de Taliban, maar dit werd afgebroken toen George W. Bush in zijn State of the Union van 29 januari 2002 verklaarde dat Iran, Noord-Korea en Irak een ‘Axis of Evil’ vormden. Duidelijker aangeven dat je een land als vijand beschouwt, is nauwelijks mogelijk.

Het huidige bewind in Iran kan worden omschreven als een theocratische geleide democratie met dictatoriale trekken

Iran is nu door meer dan 40 US-bases omsingeld en wordt gekneveld door sancties. Door de centrale ligging heeft Iran zeer te lijden gehad van de gevolgen van westerse oorlogen bij de buurlanden Afghanistan en Irak, maar tegelijkertijd heeft het hierdoor ook aan invloed gewonnen. Weliswaar is de Iraanse retoriek tegen tegenstanders heftig en onverzoenlijk, maar het feitelijk Iraanse Midden Oosten-beleid is vaak een reactie op externe ontwikkelingen, zoals de Israëlische invallen in Libanon, de wisseling van de macht in Irak en de burgeroorlog in Jemen. Zelfs Irans steun voor Hamas en Hezbollah is niet gericht op het omverwerpen van de staat Israël, maar meer op het in toom houden van Israël en het steunen van Palestijnen.

De Israëlische hetze

De voortdurende Israëlische hetze tegen Iran en het continue dreigen met, en roepen om, preventief bombarderen van Iraanse installaties destabiliseert iedere poging tot herstel van de relaties. Tegenover de soennitische landen in het Midden-Oosten zou het huidige bewind in Iran kunnen worden omschreven als een theocratische geleide democratie met dictatoriale trekken.

Toch steekt het positief af tegen het totalitaire Saoedi-Arabië, met zijn alom tegenwoordige koningshuis en zijn extremistische wahabitische soennitische leer. Ook het feit dat Iran zowel Daesh (IS) als al-Qaida als vijanden beschouwt, zou voor het Westen een overweging tot toenadering moeten zijn. Enig begrip voor Iraanse argwaan ten aanzien van het zich superieur wanende democratische Westen lijkt gerechtvaardigd.

Regionale ontwikkelingen

De militaire avonturen in Afghanistan, Irak en Libië hebben aangetoond dat het verwijderen van dictatoriale of zelfs totalitaire regeringen en het installeren van democratische instellingen en regeringsvormen door middel van extern geweld, tot rampzalige gevolgen (blowback) leidt.

Ook het weifelende beleid ten aanzien van de opstand tegen het regime van Assad heeft tot geleidelijke desintegratie van Syrië geleid en een vacuüm gecreëerd waarin vele gewapende groepen opereren. De Taliban – als opvolger van de Mujahidin, die ooit het geheime wapen van de Verenigde Staten tegen de USSR waren – is nog steeds de destabiliserende factor in Afghanistan en Pakistan. Een aanzienlijk deel van de voormalige machthebbers in Irak, de Baath-partij en de Iraakse soennitische legertop, hebben na hun ontslag door de Amerikaanse ‘onderkoning’ Bremer, Daesh (IS) opgericht.

Iran steekt positief af tegen het totalitaire Saoedi-Arabië

Het Kalifaat kan zich financieel redelijk in stand houden. Het wordt gesponsord door salafistische sympathisanten en heeft inkomsten uit onder andere de verkoop van olie uit veroverde gebieden en uit belastingen. Daesh heeft creatief het vacuüm opgevuld dat is ontstaan door westerse militaire interventies. Turkije begint een minder pro-Europese en meer nationalistische koers te varen en is zich krachtiger in het Midden-Oosten gaan profileren. Egypte wordt de facto door militairen geregeerd en in Saoedi-Arabië heeft de nieuwe koning enkele nieuwe en jongere nationalistische hardliners op sleutelposten benoemd.

De rechtse regering van Israël heeft kleur bekend en ziet niets in een Palestijnse staat; zij heeft voorts geen enkele voor het Westen aanvaardbare creatieve oplossing. De onderdrukking van Palestijnen en de bezetting en exploitatie van delen van Palestina zullen een tikkende tijdbom blijven, zowel binnen Israël en de bezette gebieden als in de regio.

IAEA-vergadering

Muurschildering in Teheran, 2007. Foto: Flickr / David Holt

Washingtons starre oude relaties in het Midden-Oosten

De Amerikanen hebben traditioneel een goede verstandhouding met de vooral soennitische of soennitisch geleide landen als Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein, Qatar, Koeweit, Egypte en Jordanië en, tot voor kort, Jemen. Hier lijkt langzamerhand enige verandering in te komen. De Verenigde Staten worden minder afhankelijk van olie uit het Midden-Oosten en willen niet in een nieuwe landoorlog verzeild raken. De veelheid van fracties, bewegingen, terreurorganisaties en allianties maken het moeilijk voor de Verenigde Staten starre oude relaties te handhaven. Daarnaast worden de Amerikanen geconfronteerd met de volkswoede in gebieden waar zij met drones en ‘special ops’ voortdurend ‘collateral damage’ veroorzaken, zoals in Afghanistan, Pakistan en Jemen.

Amerikaanse steun voor de strijd tegen Daesh vereist enige samenwerking met Iran, maar ook met tegenstanders van Iran. De Amerikaanse wapenindustrie heeft groot belang bij het continueren van de goede relatie met Saoedi-Arabië. De komende twintig jaar wordt er een omzet van 100-125 miljard dollar aan Amerikaanse militaire goederen en diensten verwacht, alleen al uit Saoedi-Arabië. Ondertussen wordt Daesh zeker gesteund door bondgenoten van Washington en door vermogende salafistische particulieren.

Israël en Saoedi-Arabië lijken elkaar gevonden te hebben in hun afkeer van Iran. Een samenwerking die volgens onderzoeksjournalist Robert Parry hoogstwaarschijnlijk is bezegeld met een Saoedische donatie van $ 16 miljard aan de regering van Israël.

Burgeroorlog in Jemen

Inmiddels is er sprake van een burgeroorlog in Jemen met buitenlandse inmenging, waarin niets is wat het lijkt. De Houthis zouden wapens krijgen van Iran; dat lijkt overbodig, nu ze de grote voorraden die de Amerikanen aan Jemen hebben geleverd in handen hebben gekregen. De belangrijkste oorzaak van de Houthi-opstand lijkt te liggen bij achterstelling in eigen land en bij de Amerikaanse drones-bombardementen tegen al-Qaida in Jemen. Zonder enig historisch besef staan de Verenigde Arabische Emiraten, Egypte en Saoedi-Arabië klaar om met militair geweld in Jemen te interveniëren tégen de Houthis en hun vermeende Iraanse beschermheer, maar vóór …wat?

De desintegratie van de landstructuren in de regio en de opkomst van Daesh en andere gewelddadige groeperingen vormen samen met het ontbreken van economische vooruitzichten en hoop op een betere toekomst, de ideale voedingsbodem voor vluchtelingenstromen, burgeroorlogen en terrorisme. Miljoenen jongeren zullen iedere kans grijpen om iets van hun leven te maken, hetzij in hun eigen opbloeiende samenleving, hetzij door een nieuw fanatiek gewelddadig avontuur, hetzij als vluchteling in Europa.

Conclusie

Bij de beoordeling van een mogelijk akkoord met Iran is het noodzakelijk buiten de bestaande kaders zoals de NAVO, Atlantische Samenwerking of het Westen te denken. Men moet naar vermogen zijn eigen oordeel vormen over de ontstane situatie. Nederland moet op basis van een eigen evaluatie een beleid formuleren ten aanzien van zijn verhouding tot het Midden-Oosten en de landen in de regio. Dat beleid zou Nederland in Brussel moeten uitdragen en trachten te incorporeren in een EU-beleid.

Dat EU-beleid zal met de Verenigde Staten en andere bondgenoten moeten worden gecoördineerd. Het slaafs volgen van de Amerikaanse of NAVO-initiatieven lijkt op basis van de ervaringen van de afgelopen decennia niet aan te bevelen. Alle gewelddadige westerse ingrepen van de laatste decennia hebben in het Midden-Oosten een spoor van ellende en ontwrichting veroorzaakt waarvan ‘wij’ ook in onze landen direct en indirect de gevolgen ondervinden. Coalitiepartner worden voor nieuwe avonturen in het Midden-Oosten “uit principe” of “uit historische noodzaak” is onzinnig.

Iran kan stabiliserende rol spelen in de regio

Het Midden-Oosten is in chaos. Iran is een relatief groot en stabiel land. Het kan een stabiliserende rol spelen in de regio als er een einde komt aan de sancties en het land weer normale verhoudingen kan hebben met Europa (en Nederland). De kans dat het theocratische koninkrijk Saoedi-Arabië ten prooi valt aan desintegratie en stammenstrijd is aanzienlijk. Dromen van nóg een Arabische lente is aantrekkelijk, maar vrezen voor verdere burgeroorlogen, sektarisme en desintegratie is realistischer.

De apartheidsstaat Israël, met een bevolking van globaal 50/50 Israëli’s en Palestijnen binnen zijn totale gecontroleerde gebied, voert een beleid dat impliciet van het onaanvaardbare uitgaat en, ook volgens hun eigen inlichtingendiensten, tot een crisis zal leiden. Het Kalifaat is onaanvaardbaar in een moderne wereld en het huidige Saoedi-Arabië c.s. eveneens. Wanneer we door de religieuze façade van het Kalifaat heen kijken, zien wij een meedogenloze criminele organisatie en die dient als zodanig benaderd te worden.

Het Westen zal moeten erkennen dat het met geweld orde op zaken stellen om zo de eigen belangen in de regio te behartigen, een (letterlijk) doodlopende weg is gebleken, en zal goede relaties met een zelfverzekerd en stabiel Iran hard nodig hebben. Het kan een stabiliserende rol spelen in een explosieve regio. Een mogelijk akkoord is een stap in die richting. Het blind en kritiekloos volgen van onze traditionele bondgenoten is sterk af te raden. Beter een redelijk akkoord dan geen akkoord! (en zo redelijk is dit akkoord overigens niet voor Iran!)