Internationale Spectator 8 – 2015 (jrg. 69) – Item 17 van 19

BOEKBESPREKING

Van schoorsteenveger tot ‘president’ van Europa

Jan Werts

Ekke Overbeek

Eurotopper Tusk: Het nieuwe Polen in Europa

Schoorl: Uitgeverij Conserve, 2014; 196 blz.; € 19,99;

ISBN: 978-90-5429-377-4

cover

De eerste Oost-Europeaan die Europa leidt. Dat is Donald Tusk (58), de opvolger van Herman Van Rompuy als voorzitter van de Europese Raad. Eigenlijk is Tusk een halve Duitser. De man weet wat hij wil met Europa: meer integratie. Tegelijk zal Tusk als EU-voorzitter het Poolse belang altijd voorop zetten. Tusk is een machtspoliticus. Hij weet rivalen of tegenstrevers van zich af te schudden, zo nodig meedogenloos. Dat leert het boek Eurotopper Tusk van Ekke Overbeek, de correspondent van o.a. dagblad Trouw in Warschau.

Tusk is in Nederland nog een onbekende. Hij timmert tot nu toe veel minder aan de weg dan Van Rompuy destijds. Toch wordt Tusk voor iedereen die geïnteresseerd is in Europa een personage om nader te leren kennen. Voor zover bekend is dit het enige Nederlandstalige boek over de nieuwe EU-’president’. Overbeek beschrijft en verklaart helder Tusk tot die naar Brussel vertrok.

Europese leiders die de Tweede Wereldoorlog nog zelf hebben beleefd, zijn er vandaag niet meer. Zij dateren vandaag uit de jaren vijftig en zestig. Met Tusk krijgt de EU echter een voorzitter die de oorlog nog in zich draagt. Voor hem eindigde de oorlog pas nadat begin jaren negentig de Russen zich terugtrokken. Voor de Polen was de oorlog bovendien veel verwoestender dan bij ons. Nadat Hitler en Stalin een vijfde van de Polen hadden uitgemoord, bezette de Sovjetunie het land. Vrije meningsuiting bijvoorbeeld, bij ons vanzelfsprekend, bestaat in Polen nog maar een kwart eeuw.

Duitse voorouders

Donald Tusk komt uit Gdaṅsk. Dat gebied stond tot 1945 onder sterk Duitse invloed. Donalds grootvader, Józef Tusk, was een Kasjoeb, dat is een kleine rooms-katholieke Slavische minderheid in Polen. Tusks andere opa, Franz Dawidowski, was een Duitser. Donald, genoemd naar zijn vader, is op 22 april 1957 geboren. De zoon van een timmerman die wegens zijn hartkwaal bij de staatsspoorwegen werkt.

Donaldje (Donek), zoals het kind ter onderscheiding van papa heet, was een rouwdouwertje. Als kleuter klemt hij eens de pispot op zijn hoofd. Het duurt drie uur om dat ding er weer af te krijgen. In het flatje waar hij opgroeit slaapt Donald wegens plaatsgebrek in het keukentje. Van de honderd gezinnen in de woonkazerne zijn alleen de Tusks autochtoon. Maar zij worden gezien als halve Duitsers. De meeste inwoners komen uit door de Sovjets geannexeerd Oost-Polen.

Door zijn Duitse voorouders verliest Tusk in 2005 zijn gooi naar het Poolse presidentschap. Vlak voor de beslissende dag lekt uit dat zijn grootvader in de oorlog bij de Duitse Wehrmacht heeft gediend. Vrijwillig dus. Pas later blijkt dit kwaadsprekerij. Toen het Derde Rijk op instorten stond, werden Poolse Duitsers gedwongen tot dienstplicht.

Levenslang is Tusk gefascineerd door Lech Wałesa, de mythische held van de vakbond Solidarność die in Gdaṅsk is ontstaan. Bij die vakbond is de jonge liberaal in de jaren tachtig echter een witte raaf. Tusk bepleit daar privé-eigendom, met massale overdracht van staatseigendom naar de burgerij, maar daar was die vakbond nog niet aan toe.

Zijn eigenzinnige visie veroordeelt Tusk dan tot armoede (p. 60). Zeven jaar lang zwoegt de pas afgestudeerde historicus als veger en verver van hallen, flats en schoorstenen. Over een klus in Silezië: “Het is een wonder dat we het er levend vanaf hebben gebracht. We hingen veertig meter boven de grond. Onder ons dreunden de turbines. Stofwolken, bijna vijftig graden hitte. Overdag kaarten, bier en discussies over voetbal en vrouwen. En ’s nachts doorwerken.”

Volgens Overbeek was Tusk als leider van het Burgerplatform en van 2007 tot 2014 als regeringsleider een pure pragmaticus. In hun opportunisme gaan Tusk en zijn vrouw Małgorzata zóver om na 27 jaar huwelijk vlak voor de verkiezingen van 2005, alsnog voor de Kerk te trouwen (p. 74). Tusk maakt zich dan de katholieke ideeën over de pil, abortus, homo’s e.d. eigen. Hij richt zich op de groeiende middenklasse. Zo komt hij in 2007 aan de macht na een tweestrijd met de eveneens conservatieve gebroeders Kaczyṅski en hun partij Recht en Rechtvaardigheid.

Waar staat Tusk?

Waar staat Tusk als EU-voorzitter in het conflict tussen de zwakke broeders met de euro (Griekenland, Italië, Frankrijk) en de rest? “Mijn ervaring als premier laat zien dat begrotingsdiscipline en economische groei elkaar niet uitsluiten. Het is mogelijk beide uitdagingen te combineren”, verklaart hij als premier. Tusk weer als ‘halve Duitser’. Dat zal voor kanselier Angela Merkel een argument geweest zijn hem als voorzitter aan te bevelen.

Na zijn benoeming typeerde de Franse krant Le Monde Tusk. “Hij spreekt geen Frans, heel slecht Engels en perfect Duits, omdat hij uit een grensregio komt. Dat geeft een vrij precies idee hoe zijn geopolitieke voorkeuren liggen: close met Berlijn, een groter realisme ten opzichte van de VS en beleefd afstandelijk ten opzichte van Frankrijk.” Hier past wel de kanttekening bij dat Tusk’s Engels inmiddels al flink is verbeterd.

De prognose van Overbeek dat Tusk vóór alles op Polen zal letten, klopt wel. Twee voorbeelden. Vanuit zijn Poolse invalshoek wilde Tusk in maart de Europese Raad puur laten gaan over minder energieafhankelijkheid van Rusland. De EU-ambassadeurs floten hem terug. Zij dwongen een discussie af over het energie- en het klimaatbeleid. In juli veegde Tusk het plan van tafel van Commissievoorzitter Juncker om asielzoekers verplicht te gaan spreiden. Polen is daar radicaal op tegen. Zo ook Tusk als voorzitter van de Europese Raad.