Internationale Spectator 1 – 2015 (jrg. 69) – Item 6 van 17

artikel

Jihadistisch terrorisme in 2015

Geen reden voor optimisme

Edwin Bakker

Het afgelopen jaar stond al in het teken van (de strijd tegen) het jihadistisch terrorisme, en 2015 is met de aanslagen in Parijs en het extreem geweld van Boko Haram in het noordoosten van Nigeria wel heel slecht begonnen. De grootste dreiging die dit jaar in Europa, en specifiek ook in Nederland, uitgaat van het jihadistisch terrorisme is echter niet van fysieke, maar van maatschappelijke aard. Onze samenleving wordt bedreigd!

Trends wereldwijd

Terrorisme zorgde in 2014 voor veel ophef en ellende. Het fenomeen Islamitische Staat en de oprichting van een kalifaat op het grondgebied van Syrië en Irak behoorden tot de meest zorgelijke ontwikkelingen van 2014 op veiligheidsgebied. Daarnaast liet Boko Haram met regelmaat van zich horen, onder andere met de gijzeling van meer dan tweehonderd meisjes.

Deze gebeurtenissen en ontwikkelingen kwamen niet als een verrassing. De cijfers van de Global Terrorism Database (GTD) met betrekking tot aanslagen en slachtoffers voor het jaar 2013 lieten al zien dat met terrorisme verbonden geweld in Syrië en Nigeria aan het toenemen was. Irak stond al jaren bovenaan de lijst met landen die het meest door terrorisme getroffen worden.[1] De verwachtingen voor 2015 zijn niet hoopvol. Het politieke geweld in Syrië, Irak en Nigeria lijkt eerder toe- dan af te nemen. En het jaar begon helaas zeer slecht met de aanslagen in Parijs en extreem geweld van Boko Haram in Nigeria. Ook in Syrië en Irak waren in de eerste weken van het nieuwe jaar al diverse aanslagen, onder andere op de grens met Saoedi-Arabië.

De vraag is overigens of we het geweld in Syrië en Irak terrorisme moeten noemen. Het gaat in beide landen om geweld dat meer weg heeft van een opstand of een burgeroorlog. En dat geldt ook voor de situatie in Afghanistan en veel van de andere landen die volgens de GTD veel met terrorisme te maken hebben.

Hoewel terrorisme een wereldwijd fenomeen is, zijn er gelukkig ook landen en regio’s waar slechts weinig aanslagen plaatsvinden. Tot de delen van de wereld waar terroristen de afgelopen jaren minder vaak slachtoffers maakten, behoren Noord- en Zuid-Amerika, Zuidelijk Afrika, Oost-Azië, Australië en de Europese Unie.

Situatie in Europa

Terrorisme in Europa stond in 2014, net als in 2013, vooral in het teken van beelden van het jihadistisch geweld in Syrië en de uitreis van jihadistische strijders naar dat land. Aanslagen in Nederland bleven uit. Wel was er de opkomst van een nieuwe grote speler, Islamitische Staat (IS), die beelden uitzond waaruit duidelijk werd dat dit fenomeen ook een Europees fenomeen is. Meerdere beulen van IS bleken jonge moslims uit Europese dorpen en steden, die de wereld en Europa schokten door voor de camera westerlingen of Syriërs het hoofd af te snijden.

Met ISIS-vlag zwaaiende strijder in ar-Raqqah, Syrië.

Met ISIS-vlag zwaaiende strijder in ar-Raqqah, Syrië. Foto: Flickr.com, Ogbodo Solution.

IS wist veel Europese strijders aan te trekken. Volgens de contraterrorisme-coördinator van de EU, Gilles de Kerchove, waren dat er in september 2014 niet minder dan 3.000.[2] Een enorme groei vergeleken met 2013. Daar komen nog eens de honderden strijders die zich bij andere groeperingen hebben aangesloten, zoals het aan Al-Qaida gelieerde Jabhat Al-Nusra, bovenop. Het gaat daarmee om aantallen waar veiligheidsdiensten en andere instanties zich zeer grote zorgen over maken.

Dat geldt ook met betrekking tot de groeiende groep teruggekeerde strijders. Het zou volgens sommige schattingen om een paar honderd personen gaan. Deze ‘veteranen’ zouden op zijn minst moeilijk te re-integreren zijn, of last kunnen hebben van post-traumatische stress. In het ergste geval zouden ze hier mensen willen rekruteren of zelfs teruggegaan zijn, of teruggezonden worden, om in Europa aanslagen te plegen.[3] Hoewel er beslist reden is tot zorg, dient te worden onderstreept dat er in 2014, tegen de verwachting in, ‘maar’ één daadwerkelijke worst case was, namelijk de aanslag op het Joodse museum in Brussel (24 mei).

Dat brengt me bij de verwachtingen voor 2015 met betrekking tot jihadistisch terrorisme. Er lijkt weinig twijfel over het idee dat dit fenomeen verder zal groeien. De strijd in Syrië en Irak zal Europese moslims blijven trekken en de meesten van hen zullen zich waarschijnlijk bij IS aansluiten. Ook het aantal teruggekeerden zal hoogstwaarschijnlijk toenemen, ondanks een eventueel dempend effect van de strafrechtelijke aanpak in diverse Europese landen. De verwachting is dat ook meer mensen tegengehouden zullen worden. Dit zal leiden tot meer strafzaken en mogelijk meer veroordelingen.

In Nederland nam vorig jaar het aantal jihadstrijders toe van c. 100 tot 162; onder hen een relatief groot aantal vrouwen, nu meer dan 40

Een neveneffect van dit beleid is dat de strijd ‘daar in het Midden Oosten’ voor sommigen mogelijk een strijd met de ‘eigen’ overheid gaat worden en dat ‘hier’ een alternatief voor ‘daar’ wordt. In Groot-Brittannië (Woolwich, 2013) en in Canada (Ottawa, 2014) besloten enkele personen in eigen land hun jihad te voeren. Ook dat is een aspect waarmee beleidsmakers en veiligheidsdiensten in 2015 meer rekening zullen houden. Kortom, het fenomeen Syriëgangers of jihadistische strijders kent bijzonder veel facetten en, vooral ook, veel onduidelijkheid. Een ding is wel zeker: het gaat om aantallen jihadisten die de kans op incidenten en aanslagen vergroten, waardoor de dreigingsniveaus in de diverse EU-landen waarschijnlijk hoog zullen blijven of verder verhoogd zullen worden.

Situatie in Nederland

In Nederland nam in 2014 het aantal jihadstrijders toe, en wel van een kleine honderd eind 2013[4] tot 162 eind 2014.[5] Onder hen is een relatief groot aantal vrouwen – nu meer dan 40. Ook het aantal teruggekeerden nam toe: van een dozijn naar meer dan 30. Daarnaast zijn er honderden aanhangers van de gewelddadige jihad doe deze actief ondersteunen in de vorm van donaties of bijdragen aan de propaganda. Daarnaast zijn er duizenden sympathisanten die bijvoorbeeld via internet aangeven achter de jihad te staan,[6] een beweging die uit zeer uiteenlopende personen bestaat.[7]

Er is geen enkele aanleiding te veronderstellen dat in 2015 de stroom van strijders naar Syrië en Irak zal stoppen. De rechtszaken tegen uitreizigers en teruggekeerde strijders kunnen een dempend effect hebben, maar tot nu toe is niet gebleken dat ze de uitreis doen stoppen. Wel zullen we in 2015 een toename van het aantal rechtszaken zien en mogelijk meer veroordelingen en een vollere terrorisme-afdeling in de gevangenis in Vught. Dit zou kunnen worden uitgebuit door de jihadistische scene als bewijs van een oorlog tegen islam, ook in Nederland. Gefrustreerde personen die zijn tegengehouden zouden kunnen besluiten hier een daad te verrichten, zoals eerder in Ottawa en Woolwich gebeurde.

Ook kan het leiden tot verdere spanningen binnen moslimgemeenschappen en zou een hardere aanpak van het jihadisme politisering, polarisatie en spanningen tussen moslims en niet-moslims tot gevolg kunnen hebben. De weerbaarheid van de samenleving als geheel, en moslimgemeenschappen in het bijzonder, ten aanzien van het jihadisme zou in een dergelijke context verder af kunnen nemen. De politiek, media en samenleving zouden wel eens enorm kunnen overreageren bij een terroristisch incident. Waar men in België na de aanslag op het Joodse museum in Brussel het hoofd koel wist te houden, is te vrezen dat Nederland daartoe niet in staat is. En hoe zal men reageren, mochten we geconfronteerd worden met een onthoofding van een Nederlandse journalist door een Nederlandse jihadist in Syrië of Irak? De dreiging voor Nederland lijkt niet zozeer van fysieke, maar vooral van maatschappelijke aard: de samen-leving wordt bedreigd.

Kans op terroristische aanslag in Nederland?: enquête onder Leidse en Delftse studenten

De kans dat we geconfronteerd worden met een aanslag zoals die in Brussel, of een grotere aanslag, lijkt aanzienlijk als we studenten van de Universiteit Leiden en de Technische Universiteit Delft mogen geloven. In een enquête onder 150 studenten van een bachelor-cursus over terrorisme en contraterrorisme gaf de overgrote meerderheid van de 120 respondenten aan in 2015 een ‘minor’ (63%) of zelfs een ‘major’ (10%) jihadistische aanslag te verwachten; ongeveer een kwart verwachtte geen aanslag. Op de vraag wat de impact van een ‘minor attack’ zou zijn, antwoordde 56% “much social unrest”, 17% “some violent incidents as a reaction” en 16% zelfs “major violent incidents”; slechts 12% verwachtte dat er weinig ophef zou zijn.

Contraterrorisme en de strijd tegen het jihadisme

De strijd tegen het jihadisme in Syrië en Irak werd in 2014 gedomineerd door de militaire coalitie tegen IS onder leiding van de Verenigde Staten. In Europa wordt het jihadisme door middel van een brede benadering aangepakt. De balans tussen soft en hard beleid wisselt. In het Deense Aarhus worden terugkerende jihadisten gepamperd. In andere landen, onder andere in België en Nederland, wordt in toenemende mate het strafrechtelijk instrumentarium inzet.

Deze laatste benadering ten aanzien van uitreizigers en terugkerende strijders zal waarschijnlijk ook in 2015 aan terrein winnen. Daarnaast zullen vele landen, waaronder Nederland, proberen het aantal activisten en sympathisanten te doen verminderen door middel van ‘softe’ maatregelen, waaronder het neerzetten van een tegenverhaal: uitleggen waarom IS hun steun en bewondering niet verdient. Ook hopen overheden dat de weerbaarheid van moslimgemeenschappen toe zal nemen. Zoals hierboven aangegeven, is de context waarbinnen dat moet gebeuren op zijn zachtst gezegd ongunstig.

Het beeld voor 2015

Al met al is het beeld voor 2015 niet positief. De sleutel voor de ‘oplossing’ voor de groei van het gewelddadig jihadisme ligt in Syrië en Irak. Zolang de strijd daar aanhoudt en IS zich staande weet te houden, zal de regio jihadistische strijders blijven aantrekken en zal de groep sympathisanten blijven groeien. Veel hangt af of IS en organisaties als Jabhat Al-Nusra op de grond worden teruggedrongen. Of dat gebeurt hangt weer af van lokale milities, waaronder Koerdische strijdgroepen en … het regime van Bashar al-Assad. Dat betekent dat elke ‘oplossing’ ook weer nieuwe problemen meebrengt.

Tegen deze achtergrond is het goed ten aanzien van Europa op te merken dat jihadistisch geweld hier van een totaal andere orde is dan in Syrië en Irak of elders in het Midden-Oosten. De afgelopen jaren was het aantal aanslagen en dodelijke slachtoffers door jihadisten in Europa zeer gering. Vanuit dat vertrekpunt moeten we constateren dat de huidige jihadistische dreiging groter is dan bijvoorbeeld vijf jaar geleden en dat deze in 2015 groot zal blijven. De groei van het aantal uitreizigers en teruggekeerde strijders vergroot de theoretische kans op een aanslag, en mogelijk zal de strafrechtelijke aanpak ons in eerste instantie ook niet veiliger maken.

De grootste dreiging die in Europa in 2015 uitgaat van het jihadistisch terrorisme is echter niet van fysieke, maar van maatschappelijke aard. Het gaat bij deze vorm van geweld niet om een strategische bedreiging, maar om een bedreiging van de samen-leving, zeker in het geval van Nederland, waar de weerbaarheid voor terrorisme erg laag lijkt te zijn.

Noten

Agence France Presse, European ISIS fighter numbers ‘surge to 3,000’, 23 september 2014.
Edwin Bakker, Christophe Paulussen & Eva Entenmann, Dealing with European Foreign Fighters in Syria: Governance Challenges & Legal Implications, The Hague: ICCT, 2013 (www.icct.nl), p. 4.
Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 33, Den Haag: NCTV.
Rob Bertholee, Jihadism on the rise. The Dutch perspective. Speech at the Policy Forum at The Washington Institute, 4 december 2014.
‘AIVD-baas Rob Bertholee over “het fenomeen”’, Vrij Nederland, 3 september 2014.
Zie Daan Weggemans, Peter Grol & Edwin Bakker, ‘Who Are They and Why Do They Go? The Radicalization and Preparatory Processes of Dutch Jihadist Foreign Fighters’, Perspectives on Terrorism, vol. 8, no. 4, 2014.